liteRARITEIT
Literariteit. De taal- en letterkundigen onder ons – ikzelf word verondersteld daar ook bij te horen – priemen nu waarschijnlijk betweterig een vinger in de lucht: “Ha, ik weet nog toen ik het eerst van het Russisch formalisme hoorde. De literaturnost, ja ja …” Maar wat betekent dat juist weer? Als we een zekere jongen met de naam Roman Jakobson mogen geloven, is literariteit een bepaalde ongrijpbare kwaliteit die poëtische en literaire taal van alledaagse praat onderscheidt. Ostranenie is nog zo’n Russische term die vaak in één adem genoemd wordt. De geïnteresseerden raad ik aan om zelf eens op zoektocht te gaan naar de betekenis ervan. Ik ben hier niet gekomen om intelligent te doen. Wikipedia heeft die ambities al lang de grond in geboord.
Dat was al heel wat mooie grootspraak voor mijn oorspronkelijke bedoeling om met het woord ‘rariteit’ te spelen. Geheel onwaar is het natuurlijk niet. Ik ben dit blog niet begonnen om te ‘klappen’ over de gang van het leven. Aan de andere kant maak ik me ook geen allusies dat ik onmiddellijk hoogstaande literatuur uit mijn toetsenbord zal rammen.
liteRARITEIT. Een ‘lite versie’ van literatuur? Misschien. Een rariteit onder de literatuur? Best mogelijk. Raar? Ja. Goed? Hmm, ik sta er te dichtbij om zelf te oordelen … Raar, laten we daarnaar teruggaan. Wat wil ik doen? Ik wil schrijven. Teksten dus, rare teksten, tekstueel en raar, tekstuele rarigheden. Dat bevalt me wel: liteRARITEIT – Tekstuele rarigheden.
Ik weet niet hoevelen onder jullie ik al ben kwijtgespeeld, dus ik laat het hierbij. Doe gerust waarvoor je gekomen bent, ga weg en kom weer terug. Je zal me hier terugvinden. Ondertussen ploeter ik wat verder met mijn woorden.
Rafaël
Wie is Rafaël? Wie ben ik? Geloof me, die vraag heb ik mezelf ook al veel gesteld. Het antwoord zal ik jullie nog even onthouden. Er moet toch iets van het mysterie blijven hangen. Sommigen onder jullie kennen me – die hebben geluk –, sommigen niet, anderen zouden me willen kennen en nog anderen wil ík niet kennen. Om het in de mooie woorden van Bilbo Baggins te zeggen: “I don't know half of you half as well as I should like, and I like less than half of you half as well as you deserve.” En zo begin ik direct al mensen tegen de schenen te schoppen, een goed idee als je een lezerspubliek wil trekken.
Ik had altijd al een hang naar verhalen. Vanaf ik goed en wel kon wat de grote mensen deden … Ik heb het over lezen! Draai die pervertieknop maar om als je hier binnenstapt. Dus, zoals ik zei: vanaf dat heuglijke moment versleet ik de grijze tapijtvloer van de bibliotheek op zoek naar een volgend slachtoffer dat een week later vermoeid weer in de zwarte rekken stond. Ik las waar mijn oog op viel en liet me door mijn eigen nieuwsgierigheid langs de gekleurde ruggen leiden.
Een nieuwe wereld openbaarde zich letterlijk met de fantasy. Midden-Aarde, Narnia, Westeros … In zesentwintig jaar, begin anno 2021 schrijvende, heb ik al veel andere werelden mogen bewandelen. Ik plaatste zelfs al de metaforische voet in de ruimte wanneer ik overstag ging en besloot in de science fiction neuzen. Dystopieën en space opera’s waren het nieuwe cool, voor mij dan toch. Maar ik vond het niet erg om eens vreemd te gaan en te genieten van gothic novels, kosmische horror en magisch realisme. Nu, pas op. Ik heb wel mijn Hugo Clausen, Toni Morrisons, Milan Kundera’s en zelfs Stephen Hawkings verslonden, maar niets slaat het gevoel van een compleet nieuwe wereld te mogen verkennen. Hier eens proeven van de mede zoals die gebrouwen wordt door dwergen en daar eens een zandworm berijden op de planeet Arrakis. Dat is wat me gevormd heeft tot wie ik ben, een dromer, een wolkwandelaar.
En nu is het aan mij, denkt de uitverkorene. Velen zijn mij voorgegaan, velen zijn gefaald. Kan ik het verschil maken? Maar één manier om het te ontdekken. Dus welaan!
Ik vereenzelvig me wel met die uitverkorene. Bij elke stap in een nieuwe richting is het tastend in het duister treden, niet wetende wat ervan terecht zal komen. Hetzelfde geldt voor verhalen schrijven. Zonder verwachtingen – dat vertel ik mezelf toch – gooi ik nu mijn woorden voor de eerste keer officieel voor de leeuwen. Verscheur ze, schrok ze op, savoureer met mijn tekstuele rarigheden!